De plannen voor de kolonisatie van de maan
werden na 1972 in de diepvries gestopt, waarna men zich ging toeleggen
op ruimtestations.
Saljoet, Skylab en Mir waren echter maar magere
beestjes in vergelijking met datgene wat men voor ogen had.
Of hoe een olifant dan toch een muis kan baren.
Het huidige ISS is trouwens - met alle respect - ook al geen hoogvlieger op 354 km hoogte.
Daarbij kampen de astronauten er
met iets dat veel erger is dan de relatief kleine kans op een technische storing: botontkalking.
Al veel langer dan sommigen willen aannemen, weet
men dat dit een probleem is in de ruimte. Een astronaut verliest er zowat 1,5 procent van
zijn botdichtheid per maand.
Kalk in de beenderen lost op en komt terecht in de
bloedbaan. Zo kan er soms onherstelbare schade aan het beendergestel ontstaan. Verder kan de
toegenomen hoeveelheid kalk in het bloed zorgen voor andere gezondheidsproblemen. Alle
ellende is het gevolg van het
wegvallen van de zwaartekracht.
Speciale oefeningen en het creëren van kunstmatige zwaartekracht
kunnen soelaas bieden, maar het zijn geen ideale oplossingen.
Als de maan voldoende zwaartekracht heeft
om botontkalking tegen te gaan, dan zouden astronauten er kunnen herstellen van de
opgelopen schade. Ze zouden niet steeds de gevaarlijke en kostelijke reis heen en terug van
het ruimtestation naar de aarde moeten ondernemen. De zwaarste taak - ontsnappen aan de
zwaartekracht van de aarde - zou nog maar zelden moeten worden uitgevoerd. Doch ongelooflijk
maar waar: vandaag weet men nog steeds niet of de zwaartekracht op de maan voldoende is om
botafbraak bij de astronauten te herstellen.
Alleen al het onderzoek
naar botontkalking bij astronauten, was een gegronde reden om door te gaan met bemande
maanlandingen.
Volgende Tip: druk op de terugtoets (toets om terug te keren naar de vorige pagina) dan komt u
op de juiste plaats in het overzicht terecht.