Openlijke kritiek op de Griekse goden, de maatschappij of op de
heerschappij van de man over de vrouw, zou Plato duur te staan zijn gekomen.
Hij lijkt daarom zijn ware boodschap te hebben verpakt
in een verhaal met een dubbele bodem.
Waaruit bestond die boodschap?
- tot de megacatastrofen
verbleven de echte goden op aarde. Ze hadden zich verspreid over de planeet en
gaven in vrede leiding aan de mens. Plato laat uitschijnen dat hij daarover niet
de minste twijfel had;
- de goden waren moreel hoogstaand, vroom,
niet op macht belust en geweldloos;
- op Atlantis hadden ze lange tijd
aan het hoofd gestaan van een hoogwaardige beschaving. Het was een beschaving die zich niet
had vermengd met dierlijke mensenrassen;
- vrouwen en mannen werden ten tijde van Atlantis
als gelijkwaardig beschouwd. Dit was op zich al een gedurfde stelling in het Athene van toen.
Zeggen dat vrouwen ooit superieur waren aan mannen, zou zonder meer zijn dood hebben betekend;
- rond de tijd van de megacatastrofen
was de beschaving decadent geworden door vermenging met dierlijke mensenrassen.
Zelfs de goden hadden zich hieraan bezondigd;
- Atlantis verdwijnt onder water en het godenras verdwijnt van de
aardbodem. Enkel de taaiste mensen
overleven. Het waren bergbewoners die door de bergen beschut waren tegen de overstromingen.
Ze waren echter te weinig ontwikkeld om het verhaal te
bewaren voor het nageslacht;
Het is merkwaardig dat Critias
abrupt stopt, in het midden van een zin. Een deel ging blijkbaar
verloren.
Sommigen stellen zich vragen:
- waren de burgers van Atlantis
afstammelingen van de eerste grotschilders?
Een eiland op een boogscheut van de geboorteplaats van de eerste grotschilder
kon gedurende ontelbare jaren
voor afzondering hebben gezorgd en
dus inmenging hebben voorkomen;
- en zijn de
Basken
op hun beurt
afstammelingen van diegenen die Atlantis ontvluchtten om
in de Pyreneeën beschutting te zoeken? (zie http://www.evawaseerst.be/basken.htm)
- hoe komt dat de morele integriteit van de
zowel de goden (die duidelijk een aparte categorie vormden)
als de oorspronkelijke burgers van Atlantis, doet denken aan de eerste grotschilders?
Uit de oudste grotschilderingen blijkt namelijk een desinteresse voor seks, geweld en macht.
- waarom zou de reden voor de degeneratie
van de Cro Magnon wel eens dezelfde kunnen zijn geweest
als deze die in Critias wordt beschreven (vermenging met 'aardse' mensen)?
- waarom is de reden voor het degeneratieproces in de novelle van Bulwer-Lytton (The coming race) eveneens vermenging met 'aardse mensen'?
Ook met het verhaal over Atlantis heeft het er allle schijn van
dat de Egyptische priesters via hun
leerlingen hun kennis hebben willen verspreiden.
In ieder geval verkondigde
Plato gelijkaardige fundamentele wijsheden als deze die in de Bijbel
werden opgetekend.
- er was ooit een
godenras op aarde (de 'Engelen' en 'Nephilim'
in de Bijbel zullen wel voor discussie vatbaar blijven, maar
velen zijn het erover eens dat ze verwijzen naar een godenras);
- de leden ervan waren rechtschapen en
hadden bovennatuurlijke krachten (de Bijbel
heeft het over rechtschapen supermensen die wonderen konden verrichten);
- de supermensen
vermengden zich uiteindelijk met aardse mensen (in de Bijbel: ze vervielen in zonde);
- een wereldwijde catastrofe
(in de Bijbel: de Zondvloed)
roeide de elite van de mensheid uit;
- de ziel is onsterfelijk, ze komt vrij bij
de dood (eigenlijk
zeggen Plato en de Bijbel hier net hetzelfde);
- de mens moet streven naar een zuivere ziel
(in de Bijbel: naar een leven zonder zonden);
- er is een God die boven de andere goden staat
en die onbereikbaar is (in de Bijbel staat God boven de zogenaamde supermensen);
- volgens Timaeus heeft God het goede
in de mens ingeplant (in de Bijbel daalt de Heilige Geest in de mens neer);
***
De laatste werken van Plato
waren meer dan een belerende schets van de ideale maatschappij, ze
hielden een profetische boodschap in die verwees naar een mysterieus volk. Een boodschap
die talloze profeten - en voor zover de geschiedenis
van de mens bekend is - overnamen: 'Medeleven en een zuivere ziel
zijn het hoogste goed. De machtswellust van de mens is verwerpelijk'.
Medeleven, rechtvaardigheid,
spiritualiteit ... het zijn geen waarden die voortkomen uit de dromen van
onderdrukte volken, maar waarden die
de mens heeft overgeërfd van een superieur mensenras, een godenras als het ware.
De authentieke Egyptische priesters wisten
dat. En sommige bijzondere mensen wisten (en weten) het ook.